Hoofdmenu
Adriaenssen

VAN ESCH
Bossche boden

door Leo Adriaenssen

I. WILLEM WILLEMS VAN ESCH, geboren in 15651 wordt sinds 15902 vermeld als beëdigde bode van de stad 's-Hertogenbosch. Hij kreeg in 1598 gratis het poorterschap van de stad.3 Over zijn herkomst is niets bekend. Misschien was hij identiek aan Willem zoon wijlen Willems Andriess van Esch, die in 1599 een rente verkocht.4
In 1603 kreeg hij van de magistraat een instructie als bode, zowel te water als te land, van Holland en Zeeland op de stad. Tweemaal per week moesten hij en zijn collega's Zegher Hermans en Pee-ter Willems (zijn broer) tot gerief van de stedelijke kooplieden en regenten en voor andere overheden op reis met brieven, wisselbrieven, geld en pakjes. Het was oorlog en Den Bosch lag in de frontlinie, zodat de stadsboden moesten zweren geen inlichtingen aan de vijand te geven, maer hen in alle stillicheyt ende voersichtelyck binnen der zelver stadt moeten houden, alleenlycken doende tgene haer boeyschap aentreft.5 De stadsrekeningen geven een indruk van de ambtelijke kant van zijn betrekking. Zo is hij op 11 september 1598 „expres van Bruessel gecoemen" om het vredesverdrag met Frankrijk aan de stedelijke magistraat te melden. Samen met een Hilvarenbeekse voerman ontving hij in 1604 ƒ 42 'boden-brood' voor de tijding van de overgave van Ostende en later in dat jaar kreeg hij ƒ 9 bodenbrood toen hij de vrede met Engeland kwam melden. In 1612 en 1613 haalde hij uit Brussel vonnissen in processen waarin de stad partij was; de stadsboden hadden trouwens het alleenrecht om processtukken naar de Raad van Brabant in Brussel over te brengen.6 Namens de stad kocht hij in 1617 een boek met de stamboom van de Habsburgers.7 Hij verzorgde geldtransporten voor de stad8 en werd meermalen gemachtigd door vreemde kooplieden om in Den Bosch hun zaken te behartigen.9
In 1596 verlengde hij voor een periode van drie jaar de huur van een huis in de Postelstraat, dat hij voor jaarlijks ƒ 41 huurde van de
117
rentmeester van de geconfisqueerde goederen.10 In 1600 kocht hij in de Kolperstraat voor ƒ 1200 het huis de Gaubloeme naast het erf dat hij reeds bezat.11 In 1611 kocht hij er voor ƒ 60 een leeg erf bij.12 Achter zijn huis kocht hij in 1618 voor ƒ 332 een kamer.13
Willem Willems van Esch de oude had minstens twee kinderen:
1.Willem Willems van Esch de jonge, volgt onder II.
2.Peter Willem Willems van Esch kreeg in 1619 van de regenten van Den Bosch het bodescap op Antwerpen ende Bruessel.14 Samen met zijn collega's Willem Willems van Esch, Jan Pauwels en Adriaen de Clercq, allen koopmansboden van Den Bosch op Antwerpen, Amsterdam en andere Hollandse steden, kreeg hij in 1621 van de Staten-Generaal een paspoort om vrij te mogen reizen, zoals ook voor het bestand was toegestaan geweest.15 In de nalatenschap van zijn broer Willem werd in 1637 de trouwring aangetroffen van wijlen Maria, vrouw van Peter van Esch.16
Er is een zoon van Peter bekend:
A.Peter, gedoopt te 's-Hertogenbosch op 9 september 1633.

II. WILLEM WILLEMS VAN ESCH DE JONGE17 werd in 1619 door het stadsbestuur van Den Bosch aangenomen als geswoiren ordinarisen bode om van hier te reijsen naer Loven, Bruessel ende andere plaetssen, soo binnen als buijten den lande van Brabant gelegen.18 Zijn vader had mondeling aan schepenen te kennen gegeven dat hij de vacante bodeplaats op Antwerpen voor zijn zoon Guilliam de jonge wenste.19 Samen met zijn zonen Guilliam en Peeter en Jan Pauwels Colen, alle vier gezworen boden van Den Bosch, nam hij in 1625 van Willem Janss te Wamel de opdracht aan om voor hem een som gelds ter betaling aenden neercant te brengen, maar de opdrachtgever stierf voor het zover was.20
In 1623 toucheerde Willem van het stadsbestuur ƒ 90 „ter cause, dat hy met zynder kynderen, byder heeren schepenen, soe te perde als te voete opten 15,17,26 28 ende den leste Septembris 1623, syn gesonden tot Bruessel, over het disordre byden garnisoenen deser Stadt begonst voerts te stellen, onder het pretext van tvertreck der betaelinge hunder soldye."21 Willem deed in 1634 afstand van zijn bodeplaats op Antwerpen, Brussel, Sittard, Aken, Keulen, Maastricht, het land van Overmaas en Luik ten gunste van zijn zoon Peter de jonge.22 In zijn nagelaten boedel bevonden zich enkele aan zijn ambt verbonden parafernalia:24
•een silver vergulde dobbel busse met een ovael mette wapen des coninck (werd geërfd door zijn zoon Peter)
•een silveren busse mette wapen van den Bossche (legaat voor zijn zoon Guilliam)
•een beeldje van Sint Jacob in swert been gesneden in silver vergalt beslach - mogelijk de reisheilige
•een ivoren kompas
•twee groote silveren bode bussen
•een cleyn silveren busse
118
•een paer oude stevels met sporen
•noch een paer leerssen
•noch twee paer spooren
•een rapier met versilvert gevest
•een pistole
•twee posthorens
Willem van Esch kocht in 1623 voor ƒ 1000 het huis den Mortier in de Kolperstraat.23 In zijn nalatenschap bevond zich ook het huis de Goublom in dezelfde straat, met twee achterkamers (kleine huisjes of woninkjes). De boedelinventaris van Willem van Esch, weduwnaar van Maria Peeters van Kligaet, werd gemaakt van 15 tot 19 juli 1636.24 Op zolder vond men eenendertig lynwaet sperren en een lynwaet taeffel op schragen, wat wijst op linnenblekers- en -handelsactiviteiten; in de achterkamer stond nog een linnenpers. Voorts was er een korenzolder, een voorkamer, een hangkamer, het voorhuis, een keuken, een neerkamer, een kelder en het achterhuis. In de voorkamer stonden onder meer een uittrekbare tafel, een kleerkast met twee sloten en vier deuren, een lessenaar met laatjes en een kraamstoel, terwijl er een brieften van Sint Teresa op Brugs satyn gedruckt ende in herde lyste hing. De schryffcomptoir taeffel stond in de achterkamer, maar in de hangkamer was nog een staande, opslaande lessenaar (en twee bedsteden, een geldkist, een spinnewiel en een kakstoel). De garderobe van Willem van Esch bestond uit:
•eenen swert lakenen mantel vol swerten bade met een ongeschoren fluweelen schoeve (bade, baai: grofwollen weefsel; schoeve: omslag)
•een swert lakenen broeck ende casacq, ongeboort met knoppen (kazak: overkleed met wijde mouwen; geboord: omboord met een andere stof)
•een swert sattynen wambuys gepickert (wambuis: een kledingstuk dat de hals tot het middel bedekt; gepikeerd: doorstikt)
•eenen coleur lakenen mantel vol swerten bade gevoedert met ongeschoren fluweelen trage ende cnoppen gestoffeert
•eenen diergelycken lakenen broecq ende casacq ongeboort met knoppen
•een paer swert sattyne mouwen gepickeert ende geboort
•eenen grau laken mantel met aergentinen bade gevoedert ende de schoeve vanden selven met een gouden galon
•een coleur lakenen broeck met vyff gouden galonnen beset
•een buffelleren kulder (kolder: leren wambuis)
•een leiren wambas met mouwen met twee goude galonnen ende anderhalf dosyn silvere knoppen
•eenen lakenen mantel rouwmantel
•een diergelyck rouwcleet, broecq ende casacq, de mouwen met fluweele opslagen
•een bouratten ondervvambas met swerte rasse mouwen (bourat: sajet of zijde; ras: kamwollen stof)
119
•een coleur lakenen reyscleet van hroecq ...
•een wit bombasynen onderwambas met leiren mouwen (bombazijn: zware stof met linnen ketting)
•een coleur lakenen -capot met bruyn rooden bade gevoedert (kapot: overjas)
•een coleur lakenen capot met swerten bade gevoedert
•een coleur lakenen carpoete
•eenen swerten vilten hoet met eenen haeren bant
•eenen swerten vilten hoer met eenen silveren bant
•eenen witten hoet met eenen haeren bant
•noch eenen buffelleiren kolder
•een wullen gebreyden carnaten lijffrock
•eenen incarnaet lakenen lyffrock (inkarnaat: vleeskleurig, hoogrood)
•twee coleur lakenen bonte hantschoenen
•een paer swerte gebreyde syde hosen (hozen: beenbekleding)
•een paer swerte armosyne coussebanden (armozijn: soort lakense stof)
•een paer swerten sayette coussen (sajet, saai: kamwollen stof)
•twee paer witte gebreyde rycoussen
•een paer witte gebreyde ondercoussen
•twee paer witte socken
•een paer witte hantschoenen
•noch twee paer oude hosen
•een paer grauwullen rycoussen
•twintich mans lobben garidons (lob: geplooide halskraag of manchet)
•een hal ff dozyn nyeu mans cragen
•noch seven mans cragen
•een dozvn neusdoecken
•eenendertich mans hemden
•twelff slaepmutssen
•een wullen slaepmuts
•seven paer oude schoenen
•een paer wulle gebreyde blau rycoussen
•een paer aergentin armozyne coussebanden met silvere canlen ende eenen omslach
In de huisraad valt de verzameling schilderijen en plastieken op. Behalve portretten van de overledene en zijn vrouw waren dat:
•een schilderye oliverwe op panneel in vergulde lyste van d'lichaem Christi vanden cruijce gedaen
•een gesneden vergult Mariënbeelt
•eenen Sint Franciscus op panneel oliverwe in vergulde lyste
•vier albastre beeltgens
•een schilderye op panneel oliverwe in vergulde lyste vanden chruysdraginge
•een schilderye op doeck in berde lyste oliverwe van twee quartspeelders
120
•een Magdalena oliverwe op panneel met vergulde lyste
•een schilderye oliverwe op panneel in vergulde lyste wesende Emaus
•eenen Sint Jan Baptist oliverwe op panneel in vergulde lyste
•een Mariënbeeldeken oliverwe [op] panneel in vergulde lyste
•vier doecken schilderykens
•dry topre rondekens in herde lysten van Petrus, Bachus ende Ceres
•een schilderyken op paneel oliverwe van eenen kidsser
•een schildery op doeck oliverwe in platte lyste van Ons Lieff Heer int hoffken
•een schildery op doeck oliverwe in vergulde lyste vanden cruysdraginge
•een schildery op doeck oliverwe in herde lyste vande Kersnacht
•een Veronica op doeck oliverwe in vergulde lyste
•eenen Ecce homo, op panneel oliverwe in vergulde lyste
•een crucifix op doeck oliverwe met platte lyst
Bij Maria Peeters van Kligaet (van den Cleygaet) was Willem van Esch vader van:25
1.Guilliam van Esch, volgt onder III op pagina 122.
2.Peeter Willems van Esch de jonge26 is geboren in 1613 en volgde in 1634 zijn vader op als bode van Den Bosch op Antwerpen, Brussel, Sittard, Aken, Keulen, Luik, Maastricht en het land van Overmaze; ter versekeringe der coopluyden stelde zijn vader zich borg voor een bedrag van ƒ 300.27 Als zieke vrijgezel maakte hij in 1643 zijn testament; hij woonde toen inde Goude Bloeme in de Kolperstraat.28
3.Heylken Willems van Esch29 trouwde met Willem Gerrits van Witfelt.
4.Margriet Willems van Esch30, gehuwd met Joost Mertens van Vechel31, koopman. Voor ƒ 525 kocht hij in 1653 een huis in de Ridderstraat.32 In 1668 kocht hij van de halfbroers en -zusters van zijn vrouw een huis, erf, plaats en achterhuis in de Verwersstraat.33
5.Catlyn Willems van Esch trouwde met Thomas Henricx van Beugen34, zoon van de vettewariër cremer Henrick Janss van Beugen. Ook hij zelf was cremer vettewariër35 Thomas en Catlyn testeerden op 3 september 1650 voor notaris Thomas van Hynsberch in Den Bosch en kort daarna stierf Catlyn.36
In 1659 en 1665 deelden hun kinderen de nalatenschap:37
a.Maria Thomas Henricx van Beugen, trouwde tussen 1659 en 1665 met Marten de Leeuw.
b.Anneken Thomas van Beugen, gehuwd met Herman Nulaet.
c.Willemijntgen Thomas van Beugen werd in 1659 door Philip van Esch bevoogd.
d.Ida Thomas van Beugen, onmondig in 1659.
6.Adriana Willems van Esch38 sloot op 22 oktober 1636 huwe-
121
 lijkse voorwaarden39 met Cornelis Janssen van Oosterwyck40, 25 jaar oud, bode van Den Bosch op Antwerpen, met wie zij in 1638 in De Goudbloem in de Kolperstraat woonde.41 In 1637 en 1640 heette hij Cornelis Janssen van Enschot.42 Later was hij bode van Den Bosch op Sittard, Keulen, Aken, Luik, Maastricht en de landen van Overmaas, welke betrekking zijn weduwe in juli 1644 afstond aan hun zoon Willem Cornelis van Enschot.43 Cornelis lag toen misschien op sterven, was op zijn minst arbeidsongeschikt geworden; Adriana was in juni 1645 zijn weduwe44 en stierf op 8 maart 1646.45 Zoon Wil­lem was tot zijn overlijden in 1662 bode van Den Bosch op Maastricht, Luik, Aken en Keulen.46
7.Elisabeth Willems van Esch47, gehuwd met Anthonis Wil­lems van Jabeeck, zoon van Willem Aerts Anthonissen van Jabeeck. In 1635 kocht hij zijn mede-erfgenamen van Anna van Jabeeck, weduwe van de wolhandelaar Niclaes Jans­sen Donckers, voor ƒ 2241 uit het huis de Rolwaghen in de Verwersstraat.48 Voor f 2280 verkochten hun onmondigen dit huis in 1643 aan Peeter Jan Geerwyns.49
8.Anneken Willems van Esch50 trouwde te 's-Hertogenbosch op 24 juni 1631 met de gezworen bode Joost Janss Schuermans. Zij is voor 1637 kinderloos overleden.

III. GUILIAEM VAN ESCH51 is geboren in 1612 en stierf te 's-Her­togenbosch op 3 april 1637. Hij was bode van de stad 's-Hertogen­bosch op Antwerpen en Brussel en had achter de waag gewoond. In 1633 had hij ƒ 18 beloning gekregen van de magistraat van Den Bosch, omdat hij een expresbrief had gestuurd naar het hoofd­kwartier van prins Frederik Hendrik in Dommelen; de hoogte was bepaald door de gevaren op de weg.52 Zijn weduwe, Anneken Jas­pars Herberts van Boerdonck, verkocht in 1644 eenachtste van een huijs, coeckhuijsken ter lijden, erve ende hoff in de Sint-Jorisstraat tegenover de Oude Schutsbogaard, geheten den Switsser.53 Bij haar verwekte hij de hierna volgende kinderen.54
Ook Guilliaem had een fraaie garderobe:
•seventhien manshemden
•een groen laken wambas met 38 silvere knoppen
•een tanneyte lakenen broeck (taneet: roodbruin)
•een swert lakenen casacq sonder mouwen
•een paer vullen hantschoenen
•eenen moeff
•een paer swerte gebreyde hosen
•eenen bayen rouw polacq
•noch eenen nyeuwen bayen rouwpolacq
•een onderwambas met coignette mauwen
•een swert laken broeck met vyff coortkens
•een kaersyen broeck ende wambas (karsaai: grof gekeperd laken)
•eenen rouwmantel van laken
122
•eenen swert lakenen mantel onder met drye coertkens met geschoren fluweelen schoeve
•eenen tanneyten lakenen mantel met violetter bade gevoedert ende geschoren grau fluweelen trage
•eenen cauzanten mantel (cauzant: soort lakense stof)
•een grauwe lakenen mantel met swerte zyden listen ende onge­schoren fluweelen schoeve
•eenen coleuren lakenen capot met swerten bade gevoerdert
•een swert lakenen broeck ende casacq
•een onderwambas met sattyne gecoorde mouwen gepickeert
•een onterst onderwambas
•vierentwintich mans lobben
•tweelff mans mutssen
•eenen swerten vilten hoet met een lompers daerom (lamfer: fijn gaas)
•twee buffelleeren hantschoenen.
De kinderen waren:
1.Catharina, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 29 december 1621, jong gestorven.
2.Maria, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 24 december 1622, jong gestorven.
3.Maria Willems van Esch is te 's-Hertogenbosch gedoopt op 26 mei 1625 en trouwde met Lambert Foiblet.
4.Jasper Willems van Esch is op 17 december 1627 te 's-Her­togenbosch gedoopt. In 1640, badt als 12 jaar oud, kreeg hij de Bossche bodeplaats op Antwerpen en Brussel, die vaceerde door het overlijden van zijn vader. In zijn plaats werden zijn voogden Cornelis van Enschot en Peter van Esch beëdigd.55 In 1648 was hij in functie: hij bracht Antwerpens nieuws aan het Bossche stadsbestuur.56 Hij wordt niet gezien tussen de erfge­namen van zijn ouders in 1668.
5.Flip Gijliaems van Esch57, geboren in 1630, woonde als kleer­maker in de Verwersstraat, toen hij op 25 juni 1656 te 's-Her­togenbosch trouwde met de koopmansdochter Leijsebet Jan Goossens Pessers58 (Pesser, de Pesser, Pesters), weduwe van Cornelis Mulder. Toen zij in november 1658 inden craem sieck te bedde lag, maakten zij hun testament. Leijsebet vermaakte onder meer aan haar zus Anneken haeren besten tabbert met­ten rocke ende een kerckboek met zilver beslag.59 In 1668 of 1669 overleed zijn vrouw.60 Hij woonde op de Vughterdijk, toen hij op 27 april 1669 in Den Bosch in ondertrouw trad met Willemina van der Wijck uit Driel. In 1659 en 1665 was hij voogd van de onmondige kinderen van Catharina Willems van Esch des ouden. Ten behoeve van zijn moeder verhuurde Flip in 1667 aan Jan de Cassemaior, deurwaarder van de Raad van State, een deel van haar huizing in de Verwersstraat voor twee jaar ad ƒ 45, te weten 't voorhuijs, het bovencomptoirken, de keucken, kelder, keldercamee, voorcamer ende den solder
123
 daerboven.61
Uit het eerste huwelijk:
A.Gieliam van Esch.
B.Mariken Philips van Esch.
6.Herbert van Esch62 werd op 13 maart 1632 te 's-Herto­genbosch gedoopt en werd gezworen bode van Den Bosch op Antwerpen.63 Later was hij postmeester ofwel postcou­rier van syne conincklijcke majesteijt van Spaignen64 en koopman.65 Hij trouwde met Allegonda van Lichter en her­trouwde te 's-Hertogenbosch op 14 januari 1663 met Marija Crock66, dochter van de luitenant Anthonij Crock en weduwe van Johan van Baexe (ook Bacx en Baucx). In 1663 woonde hij in de Kolperstraat en in 1664 testeerde hij met Marija.67 Zij woonde in 1678 als Herberts weduwe te Antwerpen. Ten behoeve van haar 22 jaar oude zoon Gijsbertus Bacx, die graag d'een off d'ander negotie ofte coopmanschap soude ter handt nemen om daermede den tost soo veel doenlijck te winnen, vroeg zij toen aan schepenen van Den Bosch toestemming om land te Cuijk te verkopen.68
A.Catharina, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 20 maart 1658.
B.Joanna, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 10 april 1665.
C.Joanna, te 's-Hertogenbosch gedoopt op 27 september 1668.
7.Tanneken van Esch, geboren eind 1634, kreeg van haar broer Flip in 1658 testamentair ƒ 200 toegewezen en al zijn linnen en wollen lijfgoed.
Aan deze familie kon de stadsbode Adam van Esch69 niet worden gekoppeld. Hij werd in 1667 aangesteld tot bode van Den Bosch op Den Haag. Zijn cautionaris was Harman Pesser70, die zich in 1669 voor f 600 weer borg stelde voor Adam, dan bode op Rot­terdam, Delft en Den Haag.71 In 1681 waren Catharina Verwiel, weduwe van Anthonij de Vlieger, en sinjeur Adam van Esch direc­teurs vande posterije deser stadt op Den Hage, Rotterdam &c.72

Afkortingen
ARABAlgemeen Rijksarchief Brussel
ARHBisschoppelijk archief 's-Hertogenbosch
GABGemeentearchief Breda
GAHGemeentearchief 's-Hertogenbosch
OSAOud-stadsarchief
RANBRijksarchief in Noord-Brabant
SAAStadsarchief Antwerpen
SAKOStreekarchivariaat in de kring Oosterhout

124
Noten
1.RANB, Leen- en tolkamer 128, f 13, 11 april 1607.
2.R.A. van Zuijlen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogen­bosch, chronologisch opgemaakt en de voornaamste gebeurtenissen bevattende. (Stadsrekeningen van het jaar 1399-1800) (2 stukken; 's-Hertogenbosch, 1863-1866) II. 1086, 1087.
3.GAH, OSA 1694, § ingekomen poorters, ongef., 26 augustus 1598.
4.GAH, R 1424, f 12v, 4 december 1599.
5.GAH, OSA 218, f CIIIv, 12 mei 1603.
6.GAH, Oud archief, inv. Van Zuijlen A 328, 1610A, 4 september 1610.
7.Van Zuijlen. Inventaris der archieven, II, 1112, 1153, 1160, 1201, 1209, 1237.
8.Bijvoorbeeld GAH, OSA, stadsre­soluties A 132, p. 176, 2 december 1615.
9.Bijvoorbeeld GAH, R 1424, f 223, 7 maart 1601.
10.ARAB, Rekenkamer 303, f 79, 18 december 1596.
11.GAH, R 1424, f 23v, 8 januari 1600. OSA 1696, § ontvangsten van de 60° penning, 7 januari 1600.
12.GAH, OSA 1707, § ontvangsten van de 60° penning, 13 mei 1611.
13.GAH, OSA 1714, § ontvangsten van de 60° penning, 21 april 1618.
14.GAH, R 1531, f 104v, 17 decem­ber 1619. Van Zuijlen, Inventaris der archieven, II, 1258.
15.J. Roelevink, Resolutiën der Staten-Generaal, nieuwe reeks, V ('s-Gravenhage, 1983) 132, no. 80 (29 april 1621), 190, no. 1217 (24 juni 1621).
16.SAA, N 2258, dl. I, f 56, 15 juli 1637.
17.GAH, R 1545, f 249, 2 okto­ber 1632. OSA, inv. Van Zuijlen A 328, 1621A, 9 januari 1621.
18.GAH, R 1531, f 105, 23 november 1619; f 105v, 17 december 1619. Van Zuijlen, Inventaris der archieven, II, 1325.
19.GAH, OSA, archief, Stadsreso­luties A 19, ongef., 7 november 1619.
20.GAH, R 1536, f 72, 14 februari 1625. R 1537, f 84, 27 november 1625.
21.Van Zuijlen, Inventaris der archieven, II, 1308.
22.SAA, N 2257. 2e deel, f 129, 30 augustus 1634.
23.GAH, Oud archief, OSA 1720, § ontvangsten van de 60° pen­ning, 13 november 1623.
24.SAA, N 2258, dl. I. f 56.
25.ARAG, Raad van State 2134, f XLI, 1636. SAA, N 2258, dl. I, f 400, 12 februari 1637. GAH, R 1513, f 392, 19 februari 1637.
26.GAH, R 1513, f 396v, 19 februari 1637.
27.GAH, R 1545, f 413, 26 augus­tus 1634. SAA, N 2257, 2e deel, f 129, 30 augustus 1634.
28.GAH, N 2688, f 354, 24 maart 1643.
29.GAH, R 1513, f 397, 19 februari 1637.
30.GAH, R 1575, f 346, 3 augustus 1651.
31.GAH, N 2732, f 4, 4 januari 1671. N 2771, f 133,4 juli 1668. R 1562, f 182, 19 februari 1643. R 1593, f 357, 24 augustus 1660. R 1595, f 314, 10 september 1661. R 1614, f 326, 10 juni 1660.
32.GAH, Oud archief, B 158, f 10v, 24 april 1653.
33.GAH, R 1643, f 232, 17 april 1668.
34.GAH, R 1546, f 483v, i.m. 25 maart 1662. R 1611, f 103, 12 februari 1656.
35.SAA, N 2258, dl. II, f 295v, 4 mei 1637.
36.GAH, R 1575, f 346. 3 augustus 1651. R 1931, ongef.
37.GAH, R 1591. f 344, 12 augustus 1659. R 1641, f 260, 30 oktober 1665.
38.GAH, R 1513, f 396v, 19 februari 1637.
39.SAA, N 2258, dl. I, f 161.
40.SAA, N 2258, dl. II, f 156, 11 mei 1639.
41.SAA, N 2258. dl. II. f 81, 28 juli 1638. GAH, R 1513, f 395v, 19 februari 1637.
42.SAA, N 2259, f 9, 21 april 1640. GAH, N 2668, f 141v, 28 oktober 1641.
43.GAH, OSA, inv. Van Zuijlen, Stadsresoluties A 42, f 83, 8 juli 1644.
44.GAH, R 431, ongef., juni 1645.
45.GAH, N 2672, f 639. 9 maart 1646.
46.GAH, OSA, inv. Van Zuijlen, Stadsresoluties A 66, f 78v, 17 november 1662.
47.GAH, R 1556, f 427v, 24 oktober 1637.
48.GAH, OSA, inv. Van Zuijlen B 140, f 163, 16 maart 1635.
49.GAH, OSA, inv. Van Zuijlen B 148, f 14, 29 januari 1643.
50.GAH, R 1558. f 88, 26 november 1639.
51.SAA, N 2258, dl. I, f 304v, 5 mei 1637. GAH, R 1513, f 395v, 19 februari 1637. R 1643, f 232, 17 april 1668.
52.Van Zuijlen, Inventaris der archieven, II, 1378.
53.GAH, R 1564, f 124v, 6 december 1644.
54.GAH, N 2722, f 172, 20 juni 1665.
55.GAH, OSA, inv. Van Zuijlen A-33, f 8v, 8 juni 1640.
56.Van Zuijlen, Inventaris der archieven, II, 1446.
57.GAH, N 2813, f 370, 2 september 1679.
58.GAH, R 1035, 15 april 1670. R 1068-11, 27 april 1649. N 2673, f 580, 22 oktober 1676.
59.GAH, N 2719, f 127, 25 november 1658.
60.GAH, R 1935, ongef., extract uit beider testament van 21 febru­ari 1668.; i.m.: geëmployeerd op 30 maart 1669. N 2771, f 3, 25 februari 1668: testament.
61.GAH, N 2770, f 368, 28 december 1667.
62.GAH, R 303, 11 oktober 1667, f 19v. R 304, 19 juni 1674, f 5. R 460, ongef., 3 februari 1666. R 2248-1, 15 september 1666.
63.GAH, N 2718, f 109, 14 augustus 1657. N 2726, f 44. 28 mei 1654.
64.GAH, R 798, 7 maart 1671. R 1628, f 119v, 21 januari 1671. N 2732, f 4, 4 januari 1671.
65.GAH, R 929-11, 17 augustus 1668.
66.GAH, R 705, 17 mei 1663. R 869­I, 1663. R 919, 1654. R 952-11, 26 juli 1679. R 1633, f 207, 27 augustus 1665. N 2726, f 199, 18 juni 1663. N 2779, f 29, 3 april 1664. N 2798, f 1. 15 april 1670.
67.GAH, N 2666. testament no. 19, 18 februari 1664.
68.GAH, R 1937, ongef., i.m. 1 maart 1678.
69.GAH, R 1634, f 347v, 20 februari 1669.
70.GAH, Oud archief inv. Van Zuij­len, Stadsresoluties A-53, f 49v, 9 september 1667.
71.GAH, R 1634, f 11, 20 februari 1669.
72.GAH, N 2784, f 141, 10 september 1681.
De Brabantse Leeuw 51 (2002) 117-124

Op deze pagina

Adriaenssen
URL om naar deze pagina te linken:

Bossche Encyclopedie |